Deze residentie onderzoekt een fictieve wachtruimte: een grijze zone, een transitplek, een tijdelijke opheffing van tijd en activiteiten, van gedachten en productiviteit. Wachten wordt beschouwd als een conditie, een staat zonder bestemming. Het potentieel van dit slepende moment krijgt amper aandacht. De invulling en inrichting van de ruimte is zo afleidend dat de lineaire progressie van tijd niet meer opvalt. Meeslepende geluiden duiken op in een ruimte waar auditieve en materiële elementen zich vermengen, utopische ideeën concrete observaties van het heden ontmoeten. Een tijdsvenster opent zich en creëert een collectieve ervaring van wachten vanuit het perspectief van de luisteraar.