Annea Lockwood is geboren in Nieuw-Zeeland in 1939 en trok in 1961 naar Engeland om aan het Royal College of Music in Londen te studeren. Daarna volmaakte ze haar studies in Keulen en Nederland. Lockwood voelde zich sterk aangetrokken tot gelijkaardige Amerikaanse componisten zoals Pauline Oliveros, John Cage, the Sonic Arts Union (Ashley, Behrman, Mumma, Lucier). Toen ze in 1973 ook nog uitgenodigd werd om aan het Hunter College in Cuny les te geven, verhuisde ze definitief naar Crompond in New York. Ze is er een emerita professor aan het Vassar College.
Annea Lockwood werkte in de jaren 60 samen met geluidsdichters, choreografen en visuele artiesten. Bovendien creëerde ze een aantal werken zoals ‘Glass Concerts’ waarin haar eeuwige fascinatie voor klankkleur en nieuwe geluidsbronnen zich ontpopte. In de jaren 70-80 gingen haar performance projecten vooral uit van omgevingsgeluiden en levensverhalen, en maakte ze gebruik van zo weinig mogelijk technologische snufjes. Sinds het begin van de jaren 90 schrijft ze voor een aantal ensembles en soloartiesten stukken waarin ze vaak elektronische en visuele elementen verwerkt. Recent werk is Vortex in opdracht van Bang on a Can All-Stars, een surround-sound installatie ‘A Sound Map of the Danube’ en ‘Gone!’ waarbij een muziekdoosje in de vorm van een piano aan 20 heliumballonnen uit een vleugelpiano tevoorschijn komt en boven het publiek zweeft. In Jitterbug, een opdracht van de Merce Cunningham Dance Company voor het dans eyeSpace, zitten haar opnames van waterinsecten verwerkt en improviseren twee muzikanten op basis van foto’s van rotsoppervlakken. De gedichten van drie gevangenen op Guantanamo Bay staan centraal in ‘In Our Name’, een project voor bariton, cello en ‘bandopnames’ in samenwerking met Thomas Buckner.
Een groot deel van haar muziek werd opgenomen onder de labels Lovely, XI, Mutable, Pogus, EM Records (Japan), Rattle Records, Soundz Fine (NZ), Harmonia Mundi en Ambitus. In 2007 sleepte Lockwood de Henry Cowell Award in de wacht.